Lied van de zee

zonnig de hemel en landerig het strand
wind in de zeilen krijsende meeuwen
kinderen bouwen hier hun luchtkastelen
wordt door groot en klein bloot gelanterfant

grauwig de hemel en stormig het strand
zeepieren in lonkend zichtbare gaten
drietenige strandloper rent langs de vloedlijn
scheermes en schelpen laagstaand rimpelzand

briesig de hemel en rollend het strand
schuimkop en golfslag bespeelt het helmgras
wind draagt de weerbarstige wandelaar
bol staat de jas en hoe hard schuurt het land

stillig de hemel en loom is het strand
plopt en borrelt de drassige waterlijn
levende wezens en dodige dingen
samen bevolken zij grijzig het zand

zwanger de hemel en zwaarvoetig het strand
daartussen eindeloos ruisend…

vorige | volgende